FORUM

Foto voor Forum

Literatuur Gothische Uurwerken

  • Willems Bert
  • [WillemsBert]
  • Willems Bert's Profielfoto
Meer
04 jan 2025 19:44 #1 door Willems Bert
Beantwoord door Willems Bert in topic Literatuur Gothische Uurwerken
Peter,

Zoals reeds via privé mail aangegeven, is dit een mooi en diepgaand verhaal, waarin ik werd meegezogen.
Mijn voorstel en verzoek is om er een presentatie van te maken voor alle leden.
Verder is wellicht “Maak eens Tijd” ook zeker in een presentatie geïnteresseerd.
Groet, Bert
 

Graag Inloggen of een account aanmaken deelnemen aan het gesprek.

  • Oosten Hessel
  • [oosten]
  • Oosten Hessel's Profielfoto
Meer
04 jan 2025 18:59 #2 door Oosten Hessel
Beantwoord door Oosten Hessel in topic Literatuur Gothische Uurwerken
Werkelijk een prachtig verhaal!

Dit is méér dan een boekbespreking, het is ook een boeiend "opiniestuk" over gotische uurwerken.

Voorstel om dit stuk ook op de "voorpagina" (of verwijzing)   van de site te zetten.

Hessel

Graag Inloggen of een account aanmaken deelnemen aan het gesprek.

  • Chevalier Peter Willem
  • [chevalier]
  • Chevalier Peter Willem's Profielfoto Onderwerp Auteur
Meer
03 jan 2025 22:49 - 04 jan 2025 12:02 #3 door Chevalier Peter Willem
Literatuur Gothische Uurwerken werd gestart door Chevalier Peter Willem
Literatuur over Gothische huisuurwerken.
De ontwikkeling van het torenuurwerk is niet helemaal scherp te duiden, met versluierde invloed van vroegere Chinese en Arabische ontwikkelingen bij ons verder doorgezet in de vroege middeleeuwen in een omgeving met geld, vermoedelijk kloosters en kerken, stedelijke en landelijke overheden. De ontwikkeling van huisuurwerken daarentegen is vrij helder: alleen de allerrijksten konden zich voor de huiskamer zo'n exclusief mechanisch speeltje veroorloven. Macht en rijkdom lagen in de Middeleeuwen bij kerkelijke bestuurders maar vooral bij koningen en keizers. En Karel V, de heerser van Bourgondië, Spanje en de Habsburgse landen was toentertijd de allergrootste. Zijn formele hoofdstad was Toledo maar praktisch verbleef hij meestal in Brussel. En daarmee had Brussel emplooi voor de beste uurwerkmakers van Europa. Rond 1550 ontplofte dat: midden in de gewelddadige reformatie deed Karel V  troonsafstand en trok zich terug in een Spaans klooster en nam een paar Brusselse uurwerkmakers met zich mee; onder druk van de reformatie week één groep Brusselse uurwerkmakers uit naar Londen en stond daarmee aan de wieg van de Engelse hoogwaardige uurwerkbouw; evenzo week een andere groep Calvinistische uurwerkmakers uit Brussel uit naar Amsterdam en gaf daarmee een enorme injectie van kwaliteit in het uurwerkmaken in ons land. De Barentsz klok lifte mee op die laatste golf, vermoedelijk rond 1550 door een Vlaamse uurwerkmaker in Brussel gebouwd en in 1596 vanuit Amsterdam op Nova Zembla terecht gekomen.

Een aantal boeken beschrijft op heldere wijze deze ontwikkeling qua geschiedenis, kunst en techniek.

 'Torenuurwerktechniek' van Wim Houtkoper uit 2004 wordt door hem bescheiden gepositioneerd als vooral een handleiding voor reparatie, restauratie en onderhoud van oude torenuurwerken. Maar tussen neus en lippen door geeft hij zo'n enorme hoeveelheid informatie over de techniek en de bouwwijze van vele torenuurwerken van heel oud tot wat nieuwer dat het moeilijk is een standaardwerk te vinden dat daar dieper en breder op ingaat. Het huisuurwerk stamt rechtstreeks af van het torenuurwerk. Dus om de vroegste huisuurwerken goed te begrijpen is het boek van Wim Houtkoper een enorme hulp. Overigens heb ik zijn werk gedeeld met verschillende correspondenten in Amerika, en die melden enthousiast terug dat ze het ijverig met een woordenboek in de hand bestuderen. Een treffend detail is de beschrijving van het wellen van staal. In de middeleeuwen was lassen nog niet mogelijk en werd staal op staal vastgesmeed bij een temperatuur goed onder de smelttemperatuuur van circa 1400 - 1500 graden Celsius.  Om oxidatie te voorkomen heb je bij het lassen een schermgas nodig en dat had je toen niet. Maar ze werkten vanuit puddle-ijzer waar vrij veel zand = silicium in zat. En silicium smelt bij 900 graden Celsius en vormt daarbij een vloeibaar laagje dat het hete staal beschermt tegen oxidatie. Wellen gebeurde dus boven de 900 maar onder de 1400 graden Celsius ofwel als het staal tussen lichtgeel en witheet kleurt, althans gezien in een donkere rokerige middeleeuwse smidse. Als je dat echt wilt nadoen moet je dus eerst aan een beroerde kwaliteit puddle-ijzer zien te komen. Gelukkig is het boek recent als pdf beschikbaar gesteld aan ons leden van de Klokkengroep 's-Hertogenbosch.

'The Almanus Manuscript' beschreven door J.H. Leopold, uitgegeven in 1971 door Hutchinson te Londen, bestudeert het werk van de Duitse broeder Paulus Almanus die rond 1475 - 1480 in Rome de vroegst bekende technische beschrijving maakte van een dertigtal huisuurwerken. Hoewel het boek voor mij als amateur moeilijk goed te begrijpen valt herken ik wel de benadering van broeder Almanus die wel wat van klokkenbouwen weet maar niet echt heel veel. Naast gewichtsuurwerken wordt ook een aantal tafeluurwerken beschreven die aangedreven worden door veren. Er staat veel interessante anecdotische informatie in het boek: de genoemde eigenaren zijn meestal rijke kardinalen, verschillende huisuurwerken en met name de meest geavanceerde zijn gebouwd door Vlaamse uurwerkmakers, de snek wordt voor het eerst beschreven, net zoals de slipkoppeling voor de uurwijzer. In voorkomen, algehele constructie en in details is de klok nr 2 beschreven in 1477 vrijwel gelijk aan de ons bekende Barentszklok uit 1550.

 

'De horlogemakers van Keizer Karel' van Eddy Fraiture, Peeters 2023 geeft met brede zwiep en boeiende details het grote verhaal. Een voorbeeld van zo'n uiterst kostbaar juweel van een uurwerk is het tafeluurwerk Burgunder Uhr, gebouwd circa 1430 voor de hertog Filips de Goede van Bourgondië. 



In de boedelbeschrijving dd 1504 van Isabella van Castilië wordt van een soortgelijk tafeluurwerk vermeld dat het meer dan een halve kilo aan goud bevatte, terwijl de juwelen van de versiering apart werden opgesomd en gewaardeerd. Over het oudste mechanische uurwerk van Japan vertelt Eddy Fraiture een aardige anecdote. In 1612 schonk de Spaanse admiraal Don Rodrigo de Vivero y Velasco het uurwerk aan de Shogun Tokugawa-Ieyasu als dank dat hij na een schipbreuk op de Japanse kust niet vermoord werd. Het klokje tekent de start van de Japanse uurwerkmakerij. Op het uurwerk zit het naamplaatje van een Vlaamse uurwerkmaker van Karel V 'HANS DE EVALO ME FECIT A MADRID 1581'. Bij een nadere analyse in 2012 van dit iconische uurwerk werd met X-stralen onderzoek daaronder de tekst ontdekt 'NICOLAUS DE TROESTENBERGH ME FECIT DNI 1573 BRUXELENCIS'. Het uurwerk was dus al door een andere Vlaamse uurwerkmaker van Karel V gebouwd! In ieder geval maakt de anecdote duidelijk waarom Willem Barentsz in 1596 het dienstbaar achtte een kostbaar geschenk als een klok mee te nemen. 



De Engelse muzikale 'oerklok' en stamvader van alle latere Engelse bracketklokken is in 1598 gebouwd door Nicolas Vallyn in Londen. De Brusselse uurwerkmaker Johannes Vallyn was met Karel V mee naar Spanje gegaan en na diens dood teruggekeerd naar Brussel. Ondertussen gereformeerd vertrok hij ergens 1583 - 1585 uit Brussel naar Londen met zijn zoons Johannes en Nicolas, ook uurwerkmakers. 

 

Hoewel de Engelsen dit als hun oerklok beschouwen bestaat er ook een honderd jaar ouder Vlaams uurwerk met essentieel dezelfde bouw. 



Kortom, echt leuk boek, 250 bladzijden, veel foto's, veel geschiedenis en anecdotes, weinig techniek

Een boek dat de Franse wortels van het Gothische uurwerk behandelt en dan voor de vroege periode met name vanuit Bourgondië en Vlaanderen is 'L'horloge française à poids: Sa période artisanale du XVIe siècle au début du XIXe siècle.' van René Schoppig, Tardy 1984. Schoppig beschrijft een grote hoeveelheid uurwerken, zowel torenuurwerken als huisuurwerken met uitgebreid fotomateriaal en zeer veel schetsen en tekeningen met veel details van de techniek.  Zo geeft hij bijvoorbeeld aan hoe de bekroning van de hoekpilaren er uit ziet.  



Elders toont hij een foto van een Vlaamse klok van rond 1550 met wijzerplaat.  Je kunt je zo maar voorstellen dat die klok gebouwd is in een atelier naast waar de Barentszklok tezelfdertijd ontstaan is. 



Een werkelijk doorwrocht standaardwerk, 270 bladzijden. Helaas zeldzaam en dus duur. In Nederland in te zien in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Als je toch op weg bent naar Scheveningen om een visje te eten aan de haven (suggestie De Dagvisser) stap je een uurtje eerder uit;  nabij het Centraal Station en het gebouw van de Tweede Kamer vind je de KB. Binnen tref je vaak een uitgeputte top-ambtenaar aan die daar even op adem komt van de strapatsen van zijn/haar verse minister; je vindt ook een vriendelijk behulpzaam jongmens dat je verder helpt.

Een recent boek dat de verdere ontwikkeling van het Gotisch uurwerk door Europa heen beschrijft is 'Gothic Clocks to Lantern Clocks, Short Duration Clocks & Rural Clocks 1480 - 1800' van John Robey, uitgever Mayfield Books, 2e druk 2024. In 424 bladzijden geeft John Robey een geweldig compleet beeld van uiterlijk en techniek, waarbij het aantal besproken uurwerken van na circa 1600 sterk de overhand heeft. Het is aardig te constateren dat waar Eddy Fraiture grote lappen tekst met veel details besteedt aan de beschrijving van de introductie van het Gothisch uurwerk in Engeland vanuit Brussel, dat John Robey volstaat met de woorden 'While there were many makers of turret clocks in Britain before the seventeenth century, there were very few indigenous makers of domestic clocks. Most of them were imported from Continental Europe.' Hij wijdt een appendix aan 'Alleged Precursor English Lantern Clocks', waarin ook een afbeelding van wat Eddy Fraiture de Engelse muzikale oerklok noemt. Er gaat niets boven een oprechte chauvinist! Ondanks zijn chauvinisme behandelt John Robey uitgebreid uurwerken uit andere delen van Europa als Italië, Frankrijk, Bourgondië, de Duitse landen en ook Zweden. Naast een enkele technische schets geeft John Robey daarbij telkens een grote hoeveelheid kleurenfoto's van niet alleen de hele klok, maar ook losse onderdelen en constructie details.

   



Als zesde mag ik noemen 'Frühe Hausuhren mit Gewichtsantrieb. Der Begin der mechanischen Zeitmessung' van Lothar Krombholz, uitgeverij Klinkhardt & Biermann 1984. Lothar Krombholz beschrijft de periode van circa 1300 tot 1600. Veel techniek en heldere schetsen. Lothar beschrijft onder andere dat waar in het middeleeuwse torenuurwerk de smid veel gebruik maakte van het wellen om de stalen delen te verbinden, dat in het kleinere huis-uurwerk naast wellen bijvoorbeeld om het spakenkruis in de tandkrans vast te zetten ook de techniek van staal solderen met koper werd gebruikt, bijvoorbeeld om de hoepel van de tandkrans te sluiten. Hij grijpt regelmatig terug op Almanus. Erg veel foto's veelal zwart-wit, maar door goede bronvermelding zijn de uurwerken die je interesseren goed te googelen. Een paar heel heldere kleurenfoto's. Focus op Duitse en Zwitserse uurwerken met veel aandacht voor de uurwerkmakersfamilie Liechti. De familie Liechti heeft met de blik ferm naar het verleden gericht de toekomst getrotseerd door van de 15e eeuw tot ver in de 18e eeuw in de basis onveranderd kostbare Gothische uurwerken te produceren. De uitvoering is wellicht onder invloed van het Zwitserse Calvinisme wat meer ingetogen dan de met massief gouden ornamenten beladen Bourgondische uurwerken: de Liechti's bestrijken hooguit de sierknopjes bovenop de hoekpilaren en op de belstoel met verguldsel.

 

Samenvatting. Van de genoemde werken lijkt me het eerste - 'Torenuurwerktechniek' van Wim Houtkoper - eigenlijk wel verplichte lectuur voor ons klokkenmakers. Wie specifiek geïnteresseerd is in de herkomst van de Barentszklok raad ik de gang naar Den Haag aan voor  'L'horloge française à poids: Sa période artisanale du XVIe siècle au début du XIXe siècle.' van René Schoppig. Voor een goed begrip van techniek en voorkomen van het Gothische uurwerk en wat daarna komt ben ik erg onder de indruk van 'Gothic Clocks to Lantern Clocks, Short Duration Clocks & Rural Clocks 1480 - 1800' van John Robey, fantastisch breed en diep. Als je de techniek wel gelooft maar geïnteresseerd bent in de vraag hoe een Gothisch uurwerk in Brussel gemaakt kon worden en vervolgens een halve eeuw later vanuit Amsterdam op expeditie meeging naar het verre Azië als gehoopt geschenk aan een hotemetoot dan is 'De horlogemakers van Keizer Karel' van Eddy Fraiture echt erg leuk.'The Almanus Manuscript' beschreven door J.H. Leopold is aardig als het op je pad komt aangezien het zo vaak als moederdocument genoemd wordt, maar ik zou er geen ommetje voor maken. Ook voor 'Frühe Hausuhren mit Gewichtsantrieb. Der Begin der mechanischen Zeitmessung' van Lothar Krombholz geldt dat het vooral interessant is als je specifiek interesse hebt in vroege Gothische uurwerken uit Duitsland en Zwitserland; daar geeft het meer detail en diepgang dan je snel elders vindt.
Laatst bewerkt 04 jan 2025 12:02 door Chevalier Peter Willem.

Graag Inloggen of een account aanmaken deelnemen aan het gesprek.

's-Hertogenbosch